Crosne is gemakkelijk te telen, maar om grote, sappige knollen te krijgen is wat meer aandacht nodig. De standplaats moet in de volle zon liggen en een rijke, goed gedraineerde, licht zure tot neutrale grond hebben (met een pH van 6,5 tot 7,0).

Sta geen bloei toe als je knollen wilt oogsten. Snoei in plaats daarvan de scheuten terug wanneer ze 30 cm lang zijn, snoei ze terug tot 10 of 15 cm. De knollen beginnen zich in de nazomer te vormen. Zorg er voor dat je planten genoeg water krijgen. Oogst de knollen naar behoefte pas na het afsterven van het loof eind oktober of november.

Belangrijk!
Dit zijn winterharde maar niet wintergroene planten. In de winter sterven de bovengrondse delen af en gaat de plant in rust. Wanneer je de plant ontvangt, lijkt het daardoor soms alsof je een lege pot/afgestorven plant krijgt. Dat is helemaal normaal: de plant leeft nog en zit veilig ondergronds in de pot. Geef hem een plekje in je tuin en in het voorjaar zal hij vanzelf weer uitlopen vanuit de ondergrondse delen.