Vanaf €75,– gratis verzending in Nederland & België*

Tuinbonen zaaien - Een verrassend lekkere groente, makkelijk te kweken

Tuinbonen zaaien

Tuinbonen zaaien: smakelijke en eenvoudig te kweken groente

Inleiding over tuinbonen zaaien

Tuinbonen zaaien is echt fantastisch voor je kleinere moestuin. Je krijgt zoveel waar voor je ruimte - de planten geven je een boordevol oogst zonder dat ze je hele tuin overnemen. Het allerlekkerste is natuurlijk om ze vers van de plant te plukken en meteen op te eten, of direct na de oogst in de vriezer te gooien. Geloof me, de smaak van je eigen tuinbonen is zoveel beter dan wat je in de winkel kunt krijgen. Ken je ze nog niet? Dan moet je dit echt een keer proberen. Het zijn écht de vroegste groenten die je dit jaar op je bord krijgt. Wist je dat tuinbonen winterhard zijn en al in oktober en november kunnen worden gezaaid voor een vroege oogst in het voorjaar?

Tuinbonenzaad is lekker goedkoop, en door hun flinke formaat ook super makkelijk om mee te werken. Ze kiemen heel gemakkelijk, maar ze hebben wel een hekel aan te veel water - dat moet je even onthouden. Heb je kleigrond in je moestuin? Dan moet je extra oppassen. Zaai ze ook niet als het weerbericht alleen maar regendruppeltjes laat zien, want dan rotten je zaden en worden ze een lekkere snack voor de wormen. Tuinbonen worden ook wel labbonen genoemd en zijn door hun gemak van kweken gewoon perfect voor beginners. Wij raden altijd de variëteit Witkiem aan - die doet het echt heel goed in ons klimaat. Bovendien hebben tuinbonen geen extra stikstofvoeding nodig, omdat ze stikstof kunnen fixeren.

Voorbereiding van de grond en zaden

Je wilt tuinbonen telen in je moestuin? Dan begin je natuurlijk met een goede voorbereiding van de grond. Tuinbonen zijn eigenlijk best makkelijk, ze houden van luchtige, humusrijke grond met een pH tussen 6,0 en 7,0. Door wat compost door je grond te mengen geef je die kleine zaadjes een echte vliegende start en leg je de basis voor een rijke oogst waar je trots op kunt zijn. Let er wel op dat je grond niet te nat is als je gaat zaaien, want te veel vocht zorgt ervoor dat je zaden gaan rotten voordat ze überhaupt de kans krijgen om te kiemen. Zonde van al dat mooie zaad! Bescherm de zaden tegen vogels en muizen met behulp van netten om te voorkomen dat ze worden opgegeten.

Je tuinbonenzaden bewaar je het beste droog en schoon tot het moment dat je ze de grond in gaat stoppen. Wil je het kiemen een beetje versnellen? Laat ze dan gewoon een nachtje lekker weken in water voordat je ze zaait. Niet moeilijk doen, gewoon doen! Als je je tuinbonen in de volle grond zaait, stop je ze ongeveer 5 cm diep en houd je zo'n 20 cm afstand tussen de zaadjes. Zo hebben je planten straks genoeg ruimte om lekker te groeien en kun je binnenkort genieten van je eigen verse tuinbonen. Met deze simpele voorbereiding leg je echt de basis voor sterke planten en een heerlijke oogst waar je de hele zomer van kunt plukken. Tuinbonen ontkiemen al bij 5 graden Celsius, wat ze ideaal maakt voor vroege teelt.

Hoe zaai je tuinbonen van zaad

Wanneer kom je in actie

Tuinbonen zijn winterhard, wat betekent dat je ze gewoon kunt zaaien in oktober en november. Binnen twee tot vier weken kiemen de zaden en krijg je kleine plantjes die lekker overwinteren. Bij de eerste warmte groeien ze dan vrolijk verder tot de oogst in mei. Je kunt tuinbonen echter ook al vanaf eind januari of half februari zaaien, afhankelijk van het weer. Zelf zaai ik mijn tuinbonen tussen februari en april - hangt er natuurlijk vanaf hoe het weer is en hoe mijn bodem erbij staat. Ik heb goed drainerende zandgrond en als februari niet te veel vorst geeft, zaai ik zo snel mogelijk. Voor een extra vroege start kun je tuinbonen in het vroege voorjaar voorzaaien in een koude bak. Dit biedt bescherming tegen kou en vogels, en zorgt ervoor dat de jonge planten stevig genoeg zijn om later in de vollegrond te worden uitgeplant. Bij het zaaien kun je gerust een kleine plastic tunnel over de rijen leggen. Dat warmt de grond lekker op en helpt de kieming een handje. Voorzaaien van tuinbonen onder glas kan al in januari en februari. Verwacht je flinke vorst van -5°C of minder? Overweeg dan een vliesdoek om je tuinbonen ‘s nachts te beschermen. Een beetje lichte vorst kunnen ze wel hebben. De reden dat we zo vroeg zaaien is eigenlijk om de zwarte luis voor te zijn - hoe later je zaait, hoe meer gedoe je krijgt met die vervelende beestjes.

Rechtstreeks zaaien

De meeste tuiniers zaaien hun tuinbonen gewoon rechtstreeks in de vollegrond – dit wordt ook wel volle grond zaaien genoemd. Sommigen gebruiken een plastic tunnel, anderen zaaien direct zonder bescherming. In maart en april kun je meestal al prima zonder tunnel werken. Kies bij het zaaien altijd een beschutte plek en een zonnige plek: tuinbonen groeien het beste op een plek met veel zonlicht en waar eventuele harde wind geen kans krijgt. Een beschutte plek of natuurlijke windschermen, zoals een rij doperwtjes langs een rek, houden eventuele harde wind tegen en voorkomen schade aan de planten. Zaai je tuinbonen niet in erg natte grond, want te natte omstandigheden kunnen leiden tot rotting van de zaden. Gebruik rijke, compostrijke grond – dat vinden ze heerlijk. Maar gebruik geen verse mest, anders verbranden je zaden (en dat willen we natuurlijk niet).

Zaai je tuinbonen in dubbele rijen 23cm uit elkaar en laat tussen de plantjes ook 23cm ruimte. De twee rijen zaai je wel in dambordpatroon – dat geeft ze meer ruimte om zich uit te breiden. Wil je nog een dubbele rij tuinbonen zaaien? Laat dan tussen de dubbele rijen 60 cm (zie de afbeelding). Zaai je tuinbonen 5cm diep – ze zijn ongeveer zo groot als een stuk van 1 euro, dus je moet ze redelijk diep planten. Kiemen duurt tussen de twee tot vier weken, hangt af van hoe warm het is.

Tuinbonen voorzaaien in je serre of kas

Je kunt er ook voor kiezen om je tuinbonen voor te zaaien in de serre, tuinkas of een koude bak. Voorzaaien doe je eenvoudig in trays, potjes of een koude bak. Ik gebruik hiervoor gewoon trays van 51 gaten of P7 potjes - werkt prima. Universele potgrond is geschikt voor het opkweken van zaailingen; je hoeft hiervoor geen speciale zaaigrond te gebruiken. Het kiemen gaat dan wat vlotter, maar laat je de zaailingen te lang in de potjes staan, dan beginnen de wortels elkaar te verstikken. Plant ze dus op tijd uit! Voorzaaien van tuinbonen onder glas kan al in januari en februari. Het uitplanten van zaailingen, oftewel de tuinbonen uitplant, doe je zodra de planten stevig genoeg zijn en de kans op vorst klein is. Planten tuinbonen kun je het beste doen als de grond is opgewarmd en goed bewerkbaar is; zorg voor voldoende bemesting en plant ze op een zonnige, beschutte plek. Heb je in je moestuin last van muizen of slakken? Dan is voorzaaien echt een slimme keuze. Als je het binnen doet, gebruik dan wel groeilampen - op de vensterbank krijg je ijle, kwetsbare planten die zich gaan strekken. Ook als de grond doorweekt of bevroren is, kun je beter voorzaaien onder glas of binnen onder groeilicht. Zelf plaats ik mijn tuinbonen nooit onder groeilicht binnen - ze gaan gewoon in mijn kas. Mijn groeilampen bewaar ik voor planten die voor april nog niet in de serre kunnen, zoals pepers, paprika’s en aubergines. Als de grond dan wat meer opgewarmd en uitgedroogd is en het wortelgestel al lekker ontwikkeld is, plant ik ze uit in volle grond. Natuurlijk ook in volle zon en goed uit de wind. Vergeet je plantjes niet af te harden voor je ze uitplant - elke dag een paar uur buiten zetten, zodat ze kunnen wennen aan weer en wind. Tip: doperwtjes zaait samen met tuinbonen zorgt voor een natuurlijke bescherming tegen wind en geeft extra steun aan de planten.

Nog enkele tips om tuinbonen te kweken in volle grond

Een beetje steun in winderige moestuinen

Heb je toch veel wind in je moestuin? Zet dan op elke hoek van je dubbele rij een paaltje, spil of stok. Voor extra stevigheid kun je een rij bamboestokken plaatsen en een draad langs spannen tussen de bamboestokken. Bind daarnaast touwen tussen de stokken, spillen of paaltjes. Zo krijgen je planten toch wat steun, waaien ze niet omver en blijven ze stevig staan dankzij de draad langs de rij bamboestokken. Bij hoge variëteiten is het nodig om de planten te ondersteunen met stokken en touw, omdat ze anders kunnen omvallen door hun hoogte en gewicht.

Hou het goed vochtig, wil je?

In tegenstelling tot je struik- en prinsessenbonen moet je tuinbonen goed vochtig houden. Vooral wanneer de eerste bloemetjes zich vormen - dan hebben ze echt wat extra water nodig. Geef de planten een extra grote watergift tijdens de bloei en twee weken later. Dit helpt de planten om gezonde peulen te ontwikkelen en voorkomt uitdroging tijdens deze cruciale groeifase.

Hark regelmatig tussen de rijen

Knijp ook de toppen uit de plant wanneer je de eerste bloemetjes ziet. Dat ontmoedigt de zwarte luis en helpt bovendien om bladluizen te voorkomen. Zo moedig je de plant aan om nog meer bloemetjes te maken – win-win dus.

Tuinbonen kweken in potten of bakken

Je kunt tuinbonen makkelijk in potten of bakken kweken als je op een terras of balkon tuiniert. In een pot van 2 à 3 liter met een omtrek van ongeveer 18 cm kun je twee zaden planten. Tuinbonen hebben een diep wortelgestel, dus kies een pot of bak van minimaal 20cm diep. Voor het beste resultaat kun je universele potgrond gebruiken als substraat. Hou de potgrond in de pot goed vochtig tijdens de hele groeicyclus.

Tuinbonen oogsten in eigen tuin

Oogst je tuinbonen wanneer ze goed 20cm zijn en de peul lekker vol zit. Je kunt dit goed voelen door de peul zachtjes aan te drukken. Bonen kun je oogsten zodra de peulen stevig aanvoelen, maar let op: als de tuinbonen groter worden (meestal bij peulen van 12-15 cm), kan de smaak wat minder worden. Boontjes, oftewel jonge peultjes, zijn vaak malser en veelzijdig in de keuken. Je moet de tuinbonen oogsten als de peulen goed gevuld zijn maar nog niet te hard. Je kunt de peul eten als de boon nog klein is; jonge peultjes en zelfs de bloemen van de tuinboonplant zijn eetbaar en heerlijk in salades. Oogst peultjes als ze nog plat zijn en de zaden nauwelijks zichtbaar, en pluk eetbare bloemen tijdens de bloei voor een extra smaakmaker. Tuinbonen zijn meestal 90 tot 100 dagen na het zaaien klaar om te oogsten.

Meestal oogst ik in twee of zelfs drie keer - peulen waar de tuinbonen nog los in zitten laat ik hangen tot ik de volgende keer langs kom. Handige tip: de kiem aan de zijkant van de tuinboon moet wit zijn. Is hij zwart? Dan is de tuinboon te ver en wordt hij taai. Na het oogsten kun je de tuinbonen tot drie dagen in de koelkast bewaren. Tuinbonen zijn ideaal om in te vriezen. Pluk de peulen door er een draai aan te geven, haal de bonen eruit en vries ze in. De bonen hebben een vliesje - ik haal dat er graag af voor ik ze opeet, maar bij het invriezen laat ik het er nog aan zitten.

Bereiden en bewaren van tuinbonen

Tuinbonen zijn echt zo'n dankbare groente in je keuken. Je kunt er werkelijk alle kanten mee op: lekker koken, rustig laten sudderen, roosteren tot ze een beetje knapperig zijn, of gewoon rauw door een frisse salade gooien. En wat handig is: in veel recepten kun je tuinbonen prima als vervanger van doperwtjes gebruiken, of juist allebei erin doen voor extra kleur en smaak. Ik doe dat zelf ook vaak - geeft zo'n gezellige, volle smaak aan je gerecht.

Wil je je tuinbonen een tijdje bewaren? Dan heb je geluk, want dat kan prima. Het handigste is om ze direct na de oogst in te vriezen of in de koelkast te zetten - zo blijven ze lekker fris en houd je al die goede voedingsstoffen erin. Voor het invriezen haal je de bonen even uit hun peultje en blancheer je ze kort (niet moeilijk doen, gewoon even kokend water). In de koelkast kun je tuinbonen een paar dagen bewaren, maar verwerk ze wel zo snel mogelijk - verse tuinbonen zijn gewoon het lekkerst. Je kunt ze ook drogen of inmaken in azijn of olie, dan kun je het hele jaar door genieten van je eigen oogst. En als klap op de vuurpijl zitten tuinbonen boordevol vezels, eiwitten, vitamines en mineralen - een echte aanwinst voor je dagelijkse maaltijden dus.

Ziektes en bedreigingen

Muizen

Muizen zijn dol op tuinbonen, vooral laat en vroeg op het jaar wanneer eten schaars is. Ze graven de zaden uit nog voor ze de kans krijgen om te kiemen - vervelend! Zoals eerder gezegd: heb je last van woelmuizen of andere knaagdieren, zaai ze dan voor in de serre of tuinkas. Je kunt vallen uitzetten om het probleem aan te pakken, of een vliesdoek over je tuinbonen spannen om de muizen te slim af te zijn.

Zwarte luis of zwarte bonenluis

Zwarte luizen kunnen je het leven behoorlijk zuur maken. Zwarte luis is een type bladluizen die veel voorkomt in de moestuin. Je vindt ze terug in de groeitoppen van de planten waar ze het sap uit de jonge blaadjes zuigen en ook je bonen aanvallen. Bij de eerste bloemetjes kun je de toppen uitknijpen en spuiten met een biologisch product; natuurlijke bestrijdingsmethoden zoals een mild zeepmengsel kunnen ook helpen om bladluizen te verwijderen.

Chocolade vlek

Dit fenomeen zie je vaak tijdens een vochtig voorjaar. Je herkent de ziekte aan donkerrode, chocoladebruine vlekken op de bladeren en stam van de planten. Deze ziekte kan je hele oogst op het spel zetten. Verwijder aangetaste planten en gooi ze weg uit de moestuin.

Zo, nu weet je een heel stuk meer over tuinbonen zaaien! Vond je dit artikel handig? Overweeg dan om bij Plukkers.com je moestuinspullen aan te schaffen in onze webwinkel. Zo help je ons om nog veel meer waardevolle artikelen te kunnen schrijven.

Conclusie

Tuinbonen kweken is echt zo'n leuke bezigheid voor je moestuin – en het is veel makkelijker dan je denkt! Met een beetje aandacht voor je grond en zaadjes, en natuurlijk de juiste verzorging erbij, kun je rekenen op een hele mooie oogst. En dan het lekkerste deel: koken, stoven, roosteren of lekker inmaken – tuinbonen passen echt overal bij en zitten boordevol goede voedingsstoffen. Door ze zelf te telen heb je gewoon je eigen verse voorraad in de tuin, zonder gedoe. Let wel even op die vervelende zwarte bonenluis (ken je vast wel!), maar met een beetje oplettendheid houd je ze prima op afstand. Met wat kennis en vooral plezier in het tuinieren kun je volop genieten van je eigen verse tuinbonen – van je eigen grond rechtstreeks op je bord, lekkerder wordt het niet!


Over de blogger

Mijn naam is Tom en ik ben mede-eigenaar van Plukkers.com. Ik ben papa van twee zonnetjes van dochters en ik heb een schat van een vrouw. Toen ik in 2014 van een kale plek in het gazon een kruidentuintje maakte, kreeg ik een heel apart gevoel van binnen. Ik voelde meteen dat het geen bevlieging was maar de start van een onweerstaanbare en vurige passie. Ik wilde alles weten en schreef wat ik leerde ook weg naar mijn website Moestuinweetjes, intussen heet die Plukkers.com. Ik wil ook andere mensen begeesteren om hun eigen voedsel te kweken. Aan mijn huis in Wielsbeke ligt mijn droomtuin met serre, moestuin en een hobby-wijngaard met 333 wijnstokken. Naast wijn maak ik binnenshuis ook lekker bier om af en toe met mate(n) het leven te vieren. Ik toast met jou op een boeiend, rijk gevuld leven onder het motto : “Maak het zelf !”.

Laat een reactie achter