Bloemen uit bloembollen kun je op twee manieren gebruiken: je kunt ze in de grond laten staan zodat ze (mogelijk) terugkomen, of je kunt ze met bol en al oogsten voor in een vaas of boeket. Beide opties hebben hun charme – het hangt af van de soort én van jouw plannen met de tuin.
Laat je de bollen in de grond, dan is het belangrijk om het loof rustig af te laten sterven. Zo kan de bol energie opslaan voor een nieuwe bloei. Maar: niet alle bloembollen komen elk jaar opnieuw op. Botanische tulpen, narcissen, blauwe druifjes en sieruien zijn goede voorbeelden van soorten die je met een beetje zorg jaar na jaar kunt laten terugkomen. Veel grote tulpenrassen (zoals dubbele of gefranjerde tulpen) daarentegen zijn vaak minder betrouwbaar als vaste terugkomers – die geven het mooiste resultaat in het eerste jaar.
Oogst je bloemen met bol en al, dan krijg je een extra lang vaasleven én een bijzondere, natuurlijke uitstraling. Ideaal voor pluktuinen of veldboeketten. Houd er dan wel rekening mee dat je de bol verwijdert en dus één keer bloei hebt.
Wil je lang plezier van je bollen? Kies dan soorten die geschikt zijn om te laten verwilderen – en geef ze een plekje waar ze rustig hun gang kunnen gaan.