Paprika zaaien en kweken: een complete gids | Plukkers.com

Voor succesvol paprika zaaien heb je niet veel nodig, maar wat je hebt moet wel goed zijn:

Potjes en/grond grond:

• Zaaitrays van 5-7 cm doorsnee of een pottenpers 5 cm.
• Luchtige zaai-grond en stekgrond of een kant-en-klare pottenpersmix 

Warmte en licht:

• Een verwarmde kweekbak of propagator met thermostaat (20-25°C)
• Bij vroeg paprika zaaien: een groeilamp voor voldoende licht

Extra materialen:

• Plantetiketten voor verschillende rassen
• Een drukspuit om voorzichtig water te geven
• P9 potten voor na verspenen. 10 liter pot voor verdere opkweek. Kun je de P9 pot ook in volle grond uitplanten.
• Een vloeibare meststof voor tomaten (die dienst voor alle vruchtgewassen)

Een hogere vochtigheidsgraad tijdens het kiemen is essentieel voor een goede kiemkracht en gezonde zaailingen.

De grond is echt belangrijk - kies een mengsel met goede structuur dat water vasthoudt maar niet nat blijft. Onze pottenpers mix is perfecte zaaigrond.  Je paprika zaadjes wil je vochtig houden, maar je mag ze niet niet verdrinken. Paprika's hebben een doorlatende, losse en voedselrijke bodem nodig.

Mijn boodschappenlijstje ziet als volgt uit :

Maak perspotjes met de pottenpers van 50 mm. Je kunt ook een p7 potje gebruiken die je vult en aandrukt tot 1 cm onder de rand.  

De reden waarom ik zo graag met mijn pottenpers werk is omdat ik geen potjes nodig heb en dus ook geen gebruikte potjes moet wassen of ontsmetten.  Met een zak kant-en-klare pottenpersmix kan ik tot 300 perspotjes maken.  De persblokjes kunnen rechtstreeks in het onderstel van mijn propagator.  Ik ben echt fan van dit systeem. 

Maak steeketiketten met de rasnamen en zaaidatum. Geloof me, over een paar weken weet je echt niet meer welk perspotje wat was! 

Na 1 tot 3 weken bij constante 20-25 graden zou je de eerste kiempjes moeten zien. Het moment dat die eerste echte blaadjes tevoorschijn komen is echt magisch!

Zodra de zaailingen hun kopje opsteken, zet je de ventilatiegaten van je propagator open of haal je de vershoudfolie weg. Nu hebben je piepkleine paprika zaailingen licht nodig - en veel! Ze de groeilampen van je verwarmde propagator aan.  Of zet je zaaibak op de lichtste vensterbank die je hebt. Te weinig licht zorgt voor lange, slappe plantjes die later nooit sterke paprikaplanten worden. 

Hou de grond licht vochtig, maar niet doorweekt. Een drukspuit werkt perfect voor jonge plantjes. Als je meerdere zaadjes per potje hebt gezaaid, knip dan de zwakste weg en houd alleen de sterkste per potje.  Als je propagator mooi vlak staat kun je ook een bodempje water in het onderstel zetten.  Met een bodempje bedoel ik 1 tot 2 mm.  Zorg altijd dat de persblokjes of potjes alle water opzuigen.  Zo niet kunnen je persblokjes als ze nog niet voldoende geworteld zijn uit elkaar vallen.  Ik weeg altijd de persblokjes op gevoel.  Je merkt als snel als ze te droog zijn, dus te licht wegen.

Eens gekiemd zijn temperaturen van 25 graden niet meer nodig.  Ik hou ze op 18-20 graden.  Let goed op als het te koud wordt, groeien je planten gewoon niet en dreig je je broodnodige voorsprong op het seizoen te verliezen. Bij temperaturen onder de 15°C zetten paprikaplanten hun groei stil.  En dat zou zonde zijn. 

Wanneer je zaailingen hun eerste echte blaadjes hebben (niet de kiemblaadjes!), is het tijd voor de eerste verpotting. Dit is een cruciaal moment - wees voorzichtig als je in potjes of trays kweekte !  Het voordeel van perspotjes hier is dat verspenen kinderspel is.  Gewoon het persblokje op een bodempje potgrond voor groenten en kruiden zetten in een grotere pot en de randen bijvullen met diezelfde grond.   

Gebruik je zaaitrays, let extra goed op het stukje steel: dit deel van de plant is erg kwetsbaar en kan gemakkelijk beschadigd geraken tijdens het verpotten. Het steeltje is fragiel en breekt makkelijk. Til het plantje voorzichtig op met een lepeltje of speciaal verspeengereedschap.

Verpot naar potjes van 9 cm doorsnee op ook p9 potjes genoemd met verse potgrond. Plant ze tot aan de kiemblaadjes  - dit stimuleert wortelvorming en maakt je plantjes steviger. Zodra de zaailingen twee echte blaadjes hebben, is het tijd om ze naar grotere potten te verplaatsen. Na het verpotten zet je ze terug op een warme, lichtrijke plek.  Een groeikap voor luchtvochtigheid is nu niet meer nodig.

De eerste dagen na het verspenen kunnen de plantjes er wat zielig uitzien, maar dat is normaal. Geef ze tijd om te herstellen van de shock.

Eigenlijk ... het moeilijkste werk zit er op.  De bevalling is als het ware gebeurd.  Het enige wat je nu moet doen is goed kijken naar je planten.  Een goede moestuinier is een goede observator.  Iemand die alles goed in de gaten houdt.  Een vlekje, een blad dat hangt, een vreemde geur, ... 

Paprika's moeten regelmatig water krijgen.  Geef ze regelmatig een flinke scheut in het onderstel.  Hoeveel en hoe vaak dat hangt af van jouw waarnemingen.  Weeg de potjes en geef water als de potjes licht worden.  Hou er ook rekening mee dat de potgrond maar voeding heeft voor 4 tot 6 weken.  Daarna geef je best om de twee weken vloeibare tomatenmest bij. 

   Wanneer de wortels uit de bodem van het potje groeien, is het tijd voor een grotere, eventueel definitieve, pot.  Of misschien ben je dan al een eind in mei en is je plant klaar voor de uitplant in de volle grond.

Als je verplant in een definitieve pot, gebruik dan de pot van 12 liter in onze webshop.  Een paprika plant is een grote plant die best wat ruimte nodig heeft.  Peperplanten zijn soms compacter en kun je ook in een 5 liter pot planten.  Gebruik telkens verse, voedingsrijke potgrond - je plantjes hebben energie nodig om grote planten te worden.

Vanaf een hoogte van 20 cm hebben paprikaplanten vaak een steunstok nodig. De hoofdstam kan zwaar worden als er veel vruchten aan komen, en je wilt niet dat je paprika plant omvalt. Paprikaplanten kunnen geholpen worden bij de bestuiving door met de hand te bestuiven of door tegen de plant te tikken.

Begin de eerste helft van mei ook met het afharden - gewenning aan buitentemperaturen. Zet je paprika planten overdag buiten (als het warm genoeg is) en ‘s nachts weer binnen. Dit proces duurt een week of twee.

Na 15 mei (na IJsheiligen) mogen je paprikaplanten eindelijk naar hun definitieve plek. Kies een zonnig plekje, bij voorkeur beschut tegen wind, met minimaal 6 uur zon per dag (liefst meer). Paprikaplanten groeien het beste in de volle zon.

Houd een plantafstand van 45 cm tussen planten en 60 cm tussen rijen aan. Ze hebben ruimte nodig om uit te groeien tot grote planten. Voor paprikaplanten in de volle grond kun je een plantafstand van ongeveer 50 x 50 cm aanhouden. Werk wat compost of organische mest door het plantgat voor extra voeding.

Een kas of serre geeft altijd betere resultaten dan buitenteelt. De extra warmte en bescherming zorgen voor snellere groei en vroegere oogst. In een pot kunnen paprikaplanten ook prima groeien - kies dan wel een pot van minimaal 30 liter.  Een onderstel is ook altijd makkelijk om water in te geven. 

Groene paprika’s kun je eigenlijk overal kweken waar het warm en zonnig is. Zelfs op een balkon kun je in grote potten prachtige paprikaplanten laten groeien.

Paprikaplanten zijn in principe zelfbestuivend, wat betekent dat ze zonder hulp van buitenaf vruchten kunnen vormen.

Paprikaplanten zijn gulzige eters en hebben voldoende voeding nodig om gezonde vruchten te maken. Het is belangrijk om niet te veel stikstofrijke voeding te geven, want dat stimuleert vooral de groei van groot blad en remt de vruchtvorming. Paprikaplanten hebben ongeveer 2,5 tot 5 cm water per week nodig, vooral bij warm weer. 

Teveel stikstofrijke voeding kan ervoor zorgen dat de plant groot en weelderig wordt, maar weinig vruchten aanmaakt. Ook teveel voeding in het algemeen moet worden vermeden, omdat dit vooral de bladgroei stimuleert en de vruchtzetting juist vermindert. Gebruik daarom een meststof die rijk is aan kalium, dit bevordert een goede vruchtzetting en de ontwikkeling van zoete, stevige paprika’s. 

Tijdens de groei en vooral vanaf het moment dat de eerste bloemen verschijnen, kun je je paprikaplanten regelmatig bemesten, bijvoorbeeld met een vloeibare meststof om de twee weken. Ook organische meststoffen of compost kunnen een goede aanvulling zijn. Zorg ervoor dat je de meststof gelijkmatig rondom de plant aanbrengt en vermijd dat het direct op de bladeren komt. Een goed bemeste paprikaplant zal meer vruchten maken en beter bestand zijn tegen ziektes en plagen.

Je paprikaplanten zijn echte doorzettters, maar soms krijgen ze toch te maken met vervelende gasten. Bladluizen, trips en schimmels - je kent ze vast wel, die kleine rotzooi die je mooie oogst kunnen verstoren. Daarom is het handig om even regelmatig bij je plantjes te kijken: rare vlekjes, bladeren die er niet lekker uitzien, of kleine kriebelbeestjes die er niet horen. Zie je iets wat niet klopt? Haal die aangetaste blaadjes er meteen af en pak indien nodig een biologisch middeltje erbij - je planten zullen je dankbaar zijn. En vergeet niet: een beetje opruimen helpt altijd - oude plantenresten wegdoen en zorgen dat er lekker veel lucht tussen je planten zit. Door je paprikaplanten een beetje in de gaten te houden en snel te handelen als er iets mis is, vergroot je gewoon de kans op een prachtige, rijke oogst vol gezonde paprika's waar je trots op kunt zijn.

• Zaadjes kiemen niet: Dit is meestal een temperatuurprobleem bij paprika kweken. Paprika zaadjes hebben echt 20 graden nodig om te kiemen. Controleer met een thermometer of het wel warm genoeg is. Ook oude zaden kiemen slechter - koop elk jaar vers zaad.
• Lange, slappe zaailingen: Te weinig licht is de boosdoener. Paprikaplantjes hebben veel licht nodig, vooral in de winter. Een groeilamp kan wonderen doen.
• Wegvallen van zaailingen: Dit wijst op te natte omstandigheden en mogelijke schimmelziekte. Zorg voor goede drainage en niet te veel water. De grond moet vochtig zijn, niet nat. Het verwijderen van de grootste bladeren kan de licht- en luchtdoorlatendheid verbeteren, waardoor schimmelproblemen minder kans krijgen.
• Geel wordende blaadjes: Meestal een teken dat de plantjes meer voeding nodig hebben of toe zijn aan verpotten. Jonge planten groeien snel en hebben regelmatig verse grond nodig.
• Kleine beestjes: Bladluizen houden van warme, droge omstandigheden. Verhoog de luchtvochtigheid en zorg voor wat luchtcirculatie.

Wil je echt genieten van je eigen paprikaplanten? Dan neem ik je graag mee langs een paar handige tips die je paprika's een prachtige start geven. 

• Zet je plantjes lekker op een zonnig plekje waar ze beschut staan – paprika's zijn echte zonneaanbidders, net als wij in de zomer! 
• Een verwarmde kweekbak is zo handig als je vroeg in het seizoen begint, vooral als je net zo ongeduldig bent als ik om te starten met tuinieren. 
• Houd de grond gezellig vochtig, maar zorg dat je plantjes geen natte voetjes krijgen – dat vinden ze helemaal niet leuk. 
• Paprika kan beter niet op de bladeren worden gegoten tijdens het water geven. Ik geef liever regelmatig een klein beetje water dan één keer heel veel, alsof je je plantjes verwent met kleine slokjes thee. 
• Vergeet ook niet om je paprika's om de paar weken te voeden met een lekker hapje meststof, zodat ze de energie hebben om die heerlijke, sappige vruchten te maken waar we allemaal zo naar uitkijken. 
• En af en toe een beetje snoeien kan geen kwaad: haal die onderste diefjes en zwakke takjes weg, dan kan je plant al zijn kracht steken in wat er echt toe doet. 

Met deze eenvoudige trucjes groeien je paprikaplanten uit tot sterke, vrolijke planten die je straks belonen met een overvloedige oogst waar je trots op kunt zijn.